Veehouderij in balans
Bij boeren denk ik aan hard werkende en gepassioneerde mensen. Passie voor hun vak en vaak specialisatie, passie voor hun vee en/of natuur. Mensen die weten waar ze het over hebben en, niet onbelangrijk, waarom. Waarom gaat het zo vaak over de boeren en waarom scheren we ze hen over één kam?
Om met het laatste te beginnen: vanwege de enorme diversiteit binnen het vakgebied. Van kleine diverse landbouw, tot aan grote professionele bedrijven in de veehouderij, het vak van boer is niet in een korte uitleg te vangen. En juist dat maakt gesprekken over het werk van boeren zo lastig. Want over welke werkzaamheden wil je het gesprek voeren, en waarom moet dat dan zo nodig?
Als ChristenUnie in Apeldoorn voelen we ons verantwoordelijk voor alle facetten die bij het boerenleven komen kijken. Dan hebben we het over de geschiedenis van de boeren in onze gemeente, tot aan de economische bijdrage, het dierenwelzijn en het grondgebruik. En dus ook over dat laatste blijven we als politiek nadenken.
We geloven dat we deze aarde niet in bezit hebben. Nee, we geloven dat we als mensen samen de zorg hebben over deze aarde. En als je voor iets zorgt, wil je dat hetgeen waar je voor zorgt, op z’n minst niet slechter af is onder jouw beheer.
We vinden dan ook dat als je te intensief omgaat met grond, door het enkel vruchtbaar te maken met chemische hulpmiddelen of door het zeer lokaal te sterk uitstoten van afvalstoffen (stikstof, ammoniak, fijnstof), je het beheer van deze grond niet op orde hebt. Dat zal iedere boer kunnen beamen. En daarom is deze intensieve manier van boeren gelukkig niet het gebruikelijkst.
Er is echter in de gemeente Apeldoorn een aantal bedrijven (o.a. in de veehouderij), dat op een intensieve manier omgaat met de grond. Dit door meer dieren te houden, dan waar lokaal voer voor te produceren is en waar meer mest geproduceerd wordt dan lokaal gebruikt kan worden. Zijn deze boeren dan per definitie slecht bezig? Zijn dit valide argumenten om dat boerenbedrijf dan maar te sluiten? Nee, zeker niet. Er is een ontstaansgeschiedenis met de (lokale) overheid, een gebruiksgeschiedenis met consumenten die goedkoop vlees willen, met investeerders en duurzaamheidseisen. Het zomaar afschrijven of beslissen over deze boeren en hun historie is onjuist en onrechtvaardig.
In de politiek moet je echter wel kiezen welke kant je op wilt; én blijven kijken naar de situatie zoals deze is en waar je invloed op hebt. Op dit moment is er een situatie waarin het overgrote deel van onze vleesproductie (groeien en slachten van dieren), bestemd is voor het buitenland. In Nederland voeren we dan weer vlees in vanuit het buitenland. Dit zijn allemaal vrachtbewegingen met hun eigen schadelijkheid. Dit naast de vrachtbewegingen van voer en mest met betrekking tot de intensieve (niet grondgebonden) veehouderij. Is dit de situatie zoals we dit vol willen houden? Of moeten we kijken hoe we de uitstoot van afval kunnen spreiden en vervoersbewegingen kunnen minimaliseren?
Er moet veel veranderen en nee, dat kan de lokale politiek niet allemaal. Maar we kunnen wel onze wens uitspreken. De wens van balans binnen Apeldoorns grondgebied. De wens om die paar boeren waar het om gaat, te betrekken in het gesprek. Zij zijn de professionals, de mensen met passie voor de natuur en hun vee.
Laten we uitspreken waar we naartoe willen, mét deze boeren. Laten we een visie van balans hebben in Apeldoorn en laten we aan de professionals vragen hoe we hier samen komen. Wat is er van onze beide kanten nodig om samen te zorgen voor een aarde die op z’n minst niet slechter af is na ons beheer.