Is er geleerd van Plein van de Stad?

Marktplein Raadhuis.jpeg
TOF_0168.jpg
Door Erik Jan Aalbers op 27 mei 2020 om 09:31

Is er geleerd van Plein van de Stad?

Fouten maken mag, maar dan moet je er wel wat van leren. Dat is zo bij kinderen, dat is zo bij volwassenen en dat is ook zo bij organisaties. Apeldoorn wil een Lerende Organisatie zijn. Wat is de stand van zaken? Heeft de gemeente geleerd van het Plein van de Stad?

Wat mij betreft is de organisatie op de goede weg. Veel voornemens uit het beheersplan zien we terug. Tegelijk mag er wel meer tempo gemaakt gaan worden: ik heb niet de indruk dat de organisatie al 100% op scherp staat.

Een organisatie waar van fouten geleerd wordt noemen we dan een Lerende Organisatie*. Een organisatie waar steeds opnieuw dezelfde fouten gemaakt worden zou je daarentegen een hardleerse organisatie kunnen noemen. Hoe zit dat bij onze gemeente?

Bij het onderzoek naar wat er misging rond het Plein van de Stad waren er wat flashbacks naar 2012. Toen rekende Apeldoorn zich rijk met het grondbedrijf en werd de huid verkocht voordat de beer geschoten was. In 2019 werd project Plein van de Stad ook veel te optimistisch ingeschat: de kosten werden geraamd op € 2,3 in plaats van € 5,4 miljoen. Maar daarna is een hoop gebeurd en geleerd:  op 14 mei ontving de Raad een brief van het College waarin allerlei projecten in de binnenstad opnieuw zijn onderzocht en tegen elkaar zijn afgewogen**.

Het positieve nieuws hierbij is dat veel  geleerde lessen van project ‘Plein van de Stad’ ter harte zijn genomen. Allerlei acties uit het Beheersplan Beleidscyclus en Interne Beheersing vinden we terug. Dat is prima, er zijn lessen geleerd. Bij die nieuwe procedures die ontwikkeld zijn, en de oude spelregels waar het stof afgeblazen werd gaat het voornamelijk over zichtbare en controleerbare acties. Het gaat over de structuren en systemen die boven de waterlijn te zien en te volgen zijn. Dit lijkt volgens het boekje te verlopen.

Maar houding en gedrag waren in de organisatie toch ook een zorgpunt? Dit is minder zichtbaar en speelt zich meer onder water af. (Daarom kan het topje van een ijsberg ook zo verraderlijk zijn.)

De cultuur was warm en informeel, elkaar aanspreken was lastig, en men was voorzichtig met kritiek op elkaars functioneren en resultaten. Het kritische en lerende vermogen moest op alle lagen worden versterkt: bij iedereen tussen de oren, én iedereen van harte bereid. 

Tussen de regels door is het dan ook zoeken naar signalen dat ook qua houding en gedrag de bakens verzet zijn. Is qua leren alles uit de kast gehaald? Staat iedereen op scherp? Herkennen we de  gretigheid van een Johan Cruijff met zijn ‘Voordat ik een fout maak, maak ik ‘m niet’?

Juist in deze raadsbrief zouden alle puntjes op de i moeten staan. Maar wat mij betreft zijn er nog wat  lessen te leren.

 

Extra leerpunt 1 – ‘geld is te vinden als je maar wilt’

De afgelopen periode is er fors bijgestuurd om het sociaal domein betaalbaar te houden.

Blijkbaar is er daarna nog steeds ruimte om € 2 miljoen extra bij elkaar te sprokkelen voor het Plein van de Stad. Hoeveel ruimte zit er dan nog meer in de totale begroting? Blijkbaar is er financieel nog steeds best wat mogelijk als je maar wilt. Dán blijken we opeens scherp aan de wind te kunnen varen en projecten rigoureus in de ijskast te kunnen zetten. Als dat binnen het programma Binnenstad kan, dan kan dat ook bij andere onderwerpen!

Extra leerpunt 2 – ‘ambities gaan voor’

De afgelopen periode is er fors bijgestuurd om het sociaal domein betaalbaar te houden.

Versoberen en de broekriem aanhalen omdat het moest. En er ligt nog steeds een forse financiële opgave voor de komende jaren waarbij ook de coronacrisis nog de nodige impact zal krijgen.

Dit is zeker.  

Tegelijk is er nu de vrijmoedigheid om ruim € 5 miljoen te gaan investeren in een prestigeproject met een iconische markthal. Apeldoorn gaat voor lange tijd forse verplichtingen aan en wat is de noodzaak? Het is verbazend hoe weinig onderbouwing er gegeven wordt: dit blijft steken op ‘het is een aanjager’ en ‘Apeldoorn is daarmee klaar voor de toekomst’ en ‘zo blijft binnenstad voor langere tijd vitaal’. Welke visie ligt daaronder? Zitten ondernemers in de binnenstad hier echt op te wachten?

Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen.

In een Lerende Organisatie kijk je ook steeds naar het hele plaatje en de onderlinge samenhang daarin. Moet dan niet eerst je basis stevig op orde zijn voordat je je een prestige-project met een iconische markthal kunt veroorloven? Hoe wil je in deze tijd overkomen als stadsbestuur?

Wat heeft een inwoner aan een nieuw superplein als z’n kind minder goed de passende zorg kan krijgen of als d’r opa of oma niet meer in aanmerking komt voor noodzakelijke hulp?

Extra leerpunt 3 – ‘eerst antwoord weten, dan som maken’

Het is een reële optie om op het Marktplein gewoon netjes nieuwe bestrating aan te brengen en het daarbij te laten. Als je goed integraal wilt afwegen had je toch dat scenario inmiddels toch ook in kaart kunnen brengen? En daar hoort dan bij: wat zijn de risico’s als we het niet doen?

In dit geval wordt ergens naartoe gerekend. De uitkomst staat vast want de ambitie is onverminderd groot, alleen de som moet er nog bij gemaakt worden. Dit lijkt de omgekeerde wereld en er zit iets hardnekkigs in. Je sluit je ogen voor  andere mogelijkheden. Sta je dan wel op scherp? Is er wel tegenspraak geboden? We wilden toch af van een tunnelvisies?

(Voor de fijnproevers: de kosten voor engineering komen uit op 22% van de bouwsom, dat is voor 1.163.000 van de 5.290.000 aan advieskosten (dus niet voor hout en stenen). Als relativerende opmerking staat daar bij dat een hogere bouwsom in zichzelf ook meer kosten betekent voor engineeringskosten omdat de engineeringskosten van de bouwsom zijn afgeleid. Is dat niet gewoon een ouderwetse cirkelredenering?)   

Extra leerpunt 4 – ‘integraal afwegen = alles in samenhang meenemen’

Om geld vrij te spelen om het Plein te kunnen realiseren, zijn allerlei projecten in de Binnenstad naast elkaar gezet en in samenhang bekeken. Dat wil zeggen: een aantal projecten is financieel hard bevonden (of hard gemaakt). Andere projecten konden financieel niet haalbaar gemaakt worden en gaan de ijskast in. Maar op scherp staan betekent ook dat je álles in samenhang in beeld moet brengen: een brede blik graag!

Ik noem een voorbeeld: op 13 februari is door het College toegezegd, naar aanleiding van een debat over de doorgaande fietsroute in de Kapelstraat, dat er een nieuw voorstel gaat komen rond meerdere fietsroutes door het centrum. Tegelijk gaat nu het Pasplein als project wél door: de terrassen van Martins en Kaldi worden alvast onderdeel van het voetgangersdomein. Is het niet wijzer om dit ook   te parkeren en de discussie over ‘fietsen via het centrum’ af te wachten? Of gaan we over dit laatste besluiten nadat het Pasplein als voetgangersgebied-met-meer-terrassen is ingericht? 

Extra leerpunt 5 – ‘lerende organisatie: slim of wijs?’

Tenslotte: als het goed is, wordt je als Lerende Organisatie steeds geleerder. In dit geval zien we vooral slimheid: door handig te schuiven binnen projecten toch kunnen doen wat je zo graag wilde.

Wat de ChristenUnie betreft gaat het erom waar onze inwoners op de lange termijn uiteindelijk beter mee geholpen zijn. Dit vraagt niet alleen om slimheid. Dit vraagt om wijsheid, en over je eigen schaduw (of ambitie) heen springen. En verder kijken dan je neus lang is.

Want het gaat ons op dit moment nog niet eens over Plein van de Stad ja of nee: dat wordt een besluitpunt bij de  begrotingsbehandeling, en voor ons staat het stoplicht nu op rood. Gelukkig blijft Apeldoorn op de kaart staan, met of zonder iconisch marktplein.

De onderliggende vraag vinden we veel belangrijker: zit Apeldoorn op de goede weg met het beheersplan, staan we op scherp en zit de organisatie in de juiste lerende modus? Wat ons betreft is er nog een weg te gaan.

Erik Jan Aalbers

Raadslid ChristenUnie

 

*Peter Senge, grondlegger van de Lerende Organisatie, beschrijft vijf essentiële disciplines die in zo’n organisatie zichtbaar moeten zijn: persoonlijk meesterschap, mentale modellen, gemeenschappelijke visie, teamleren en systeemdenken. De vijfde discipline is het meest belangrijk omdat het de voorgaande vier combineert. Teamleren is bijvoorbeeld elkaar feedback geven en kritisch met elkaar meekijken, mentale modellen zijn de brillen waardoor je naar de werkelijkheid kijkt (optimistisch? behoedzaam? perfectionistisch?) en bij systeemdenken zie je de ‘big picture’, je overziet het geheel in onderlinge samenhang, oorzaken en gevolgen etcetera. Zie bijvoorbeeld https://nl.wikipedia.org/wiki/Peter_Senge.

** Zie bijvoorbeeld https://apeldoorn.parlaeus.nl/admin/councildocument/env=help/action=showdoc/gd=28825/Raadsbrief_informatie_herijking_programma_Binnenstad_en_vervolg_Plein_van_de_Stad.pdf

Labels: , ,