Gokken?
In de week dat deze weblog wordt gepubliceerd, willen we het gokbeleid van de gemeente Apeldoorn gaan behandelen. Vorig jaar schreef ik hierover ook al. Er was in een bijeenkomst van anderhalf uur zoveel inspraak, dat de politieke behandeling moest worden uitgesteld. Die tussentijd is ook gebruikt om extra juridisch advies te vragen. Dit advies heeft niet tot een ander voorstel geleid en daarom volgt nu alsnog de politieke behandeling.
De inhoud van het voorstel is dat Apeldoorn maximaal vijf automatenhallen behoudt, maar dat één van die vijf mag uitbreiden tot maximaal 150 apparaten. Deze tijd zou vragen om meer gokmogelijkheden. Onbegrensde gokmogelijkheden wil het college niet toestaan, o.a. vanwege verslavingsproblemen. Dat laatste ben ik van harte met het College eens: onbeperkte uitbreiding is verkeerd. Maar als onbeperkte uitbreiding verkeerd is en het verslavingsprobleem ook nu bestaat, waarom dan wel een kleinere uitbreiding? Als er nu een verslavingsprobleem is, waarom denkt ons College dan dat een beperkte uitbreiding (van 175 apparaten naar maximaal 290 apparaten) geen extra verslaving oplevert? In de stukken vind ik het antwoord niet. Het heet dat Apeldoorn er economisch beter van wordt. Het zou meer omzet betekenen voor bijvoorbeeld onze horeca. De onderbouwing hierbij ontbreekt. We kennen verhalen over mensen die proberen hun eenzaamheid in een gokhal te verdrijven ten koste van het geld dat ze niet kunnen missen. In plaats van weggestuurd te worden als risicovol gokker, krijgen ze leningen aangesmeerd die ze niet kunnen terugbetalen. In de stukken die ik tot nu toe heb gelezen ben ik niet tegengekomen hoe we met 290 automaten de verslavingsproblemen beter kunnen aanpakken dan met 150. Ik denk dat de mooie woorden die aan de maatschappelijke problemen worden gewijd, niet meer zijn dan een doekje voor het bloeden. Ik denk dat meer automaten toestaan alleen kan leiden tot meer problemen. Wij willen dat in elk geval niet.
Roelof Veen