
Zorg gaat vóór geld
Als zorg nodig is, mag het wat kosten, want het kan iemand zijn hele leven verder helpen. Zeker in de jeugdzorg. Tegelijk weten we ook dat de instroom in de jeugdzorg hoog is, met 1 op de 7 kinderen die zorg nodig heeft. Daarom is het des te belangrijk om naar de oorzaken te kijken en tegelijkertijd je af te vragen wat kan en wat misschien anders moet.
Als ChristenUnie-fractie vinden we het belangrijk om te kijken naar waar we als samenleving kunnen helpen. Het gezegde ‘It takes a village to raise a child’ ligt ons dan ook na aan het hart. Wat betekent dat dan? Denk dan aan normaliseren, niet te snel op zoek gaan naar labeltjes en accepteren dat teleurstellingen bij het leven horen. Zorgen dat je met elkaar in gesprek blijft en elkaar ziet als naaste.
André Rouvoet zei ooit: ‘Je hebt mensen met een beperking en je hebt mensen die nog niet door hebben dat ze een beperking hebben’. Laten we de lat niet te hoog leggen. Daarnaast zien we het belang van preventie en het bieden van hoopvolle oplossingen. Zo zie je al dat brugfunctionarissen al aan de slag zijn binnen de scholen om de kloof tussen thuis en school te overbruggen. Er zijn op elke school uren beschikbaar!
In de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen vinden we het positief dat het gesprek met het gezin of de jeugdige beter wordt afgestemd. Zodat de zorg 'klopt' en bijgestuurd kan worden waar nodig. Dit bespaart geld én ergernis! Ook kunnen in plaats van alle 1-op-1 trajecten, groepjes jeugdigen, meerdere gezinnen of maatjes-buddy's worden gevormd. Collectief optrekken in de jeugdzorg is essentieel.
Wat ons betreft zijn de besparingen niet te halen door kleinere aanbieders over te slaan en grotere aanbieders voorrang geven. Ook grote aanbieders kunnen op zoek gaan naar kostenbesparingen: zij spreiden dit soort kosten toch over veel meer geleverde uren/trajecten? Tariefdifferentiatie kan ervoor zorgen dat de tarieven meer recht doen aan deze verschillen. Het is belangrijk om een klik met de behandelaar te hebben en keuzevrijheid voor het gezin of kind te bieden. Het gesprek over wat werkt, moet centraal staan.
Tenslotte: we zijn blij dat er een raadswerkgroep gestart is om bouwstenen te verzamelen voor de jeugdzorg om (lange) termijn. De afgelopen jaren is er een systeem ontstaan met voor- en nadelen. En in ieder geval met hoge kosten die niet in verhouding staan tot wat de gemeente ervoor ontvangen. Dan is het goed om te reflecteren, om rond te gaan kijken in andere gemeenten en om deskundigen uit te nodigen. Ik ga m’n best doen om nieuwsgierig en kritisch mee te gaan denken in deze werkgroep!