Bomenbeleid: van visie naar kaders
Bij ons thuis stond een hoge populier. Een oude, fiere boom die hoog uitstak boven bijvoorbeeld de beuk en de eiken die in de buurt van ons huis staan. Maar de boom was vanbinnen beschadigd en aangetast door ziekte en ongedierte (foto, links). Het leven van de boom was ten einde, en langer laten staan zou onverantwoord zijn. We hebben hem vervangen door een honingboom (foto, rechts). Een jonge, dunne boom die nog een aantal jaar nodig heeft voor hij toevoegt aan onze tuin wat de populier ooit deed.
Met die gedachte kan ik me goed vinden in de lijn van het college als ze aangeven meer aandacht te willen hebben voor kwaliteit, en minder bezig willen zijn met het ‘stammen tellen’. Maatwerk kan meer opleveren voor onze omgeving dan het navolgen van hele strakke kaders. Maar tegelijkertijd maakt het ook bezorgd. Bij ons in de buurt zijn voor een particuliere ontwikkeling een heel aantal mooie bomen gekapt. Daar lijken er nog geen voor terug te komen. En zelfs al plant je iets terug: het duurt nog tientallen jaren voordat een boom weer zo mooi is als hij was. En deze bomen waren niet ziek: ze stonden vooral in de weg.
Als we met elkaar echt de ambitie hebben om Apeldoorn groener, mooier, leefbaarder, koeler en meer uitnodigend te maken, dan moeten we aandacht hebben voor de bomen die hier in belangrijke mate aan bijdragen. En dan moet ons bomenbeleid, of dat nu gericht is op maatwerk of niet, er dus op gericht zijn dat we naar deze ambitie toewerken. Helaas werkt alles maar vrijlaten daar niet voor. Er zijn duidelijke kaders nodig, én manieren om te toetsen of deze kaders voldoende werken om onze doelen te halen. Hoe weten we straks of we niet te veel kappen? Zijn er wijken of gebieden waar we anders om moeten gaan met bomen, omdat die versterking goed kunnen gebruiken? Hoe kunnen we als gemeente stimuleren en/of bijsturen?
Afgelopen donderdag spraken we in de raad over de startnotitie voor nieuw bomenbeleid. Daar heb ik dit punt en andere genoemd, en ook de andere 13 raadsfracties gaven punten mee aan de wethouder. Nu is het afwachten welk beleid er geschreven wordt, en of onze punten daar voldoende in meegenomen zijn. Zo niet, dan komen we met voorstellen om dat aan te passen. Laten we in ieder geval zelf bij elke ontwikkeling de bomen goed in de gaten houden. We hebben ze immers nodig. En ze zijn nog mooi ook.