Stoppen met drangzorg in gezinnen
Deze zomer vroegen wij naar de praktijk van drangzorg in Apeldoorn. Drangzorg of preventieve jeugdbescherming is een kortdurende interventie en een intensief begeleidingstraject zonder dat sprake is van een uitspraak van de kinderrechter. Gecertificeerde instellingen hebben drang bedacht om OTS (onder toezicht stelling) te voorkomen. Vooral bij escalaties van vechtscheidingen wordt drang ingezet.
De Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming en de Raad Volksgezondheid en Samenleving hebben in november 2019 forse kritiek geuit op deze trajecten.
Jet Bussemaker zei bij de presentatie: Vervang de termen drang en preventieve jeugdbescherming door ‘intensieve vrijwillige hulp’. Wij zijn niet gelukkig als gemeenten drang als afzonderlijk product inkopen, omdat dit het schemergebied tussen vrijwillig en verplicht juist stimuleert. Dat kan leiden tot willekeur en schending van de juridische bescherming van ouders en jeugdigen.” Advocate Chris Sent zegt het zo: Het risico op dreigen is bij drang trajecten erg groot. Met charmante termen als ‘het voorkomen van uithuisplaatsing’ en ‘preventieve jeugdbescherming’ roepen we veel verwarring op en maken we in feite gebruik van dreigend taalgebruik. Woorden doen er in deze situaties heel erg toe! Ethici zeggen dat het aangeboden proces van hulp en zorg een geborgde vrijwilligheid moeten hebben. Voorwaarden, zoals een urinecontrole, horen daar niet bij. Je moet altijd kunnen zeggen: ik doe er niet aan mee.
In de antwoorden van gemeente Apeldoorn op onze vragen blijft deze ambivalentie helaas te lezen: ook in de nieuwe Gelderse raamovereenkomst is de inkoop van drangtrajecten opgenomen. Navraag in het stadhuis leert dat er wat gemeente Apeldoorn betreft geen termijn aan deze zorg mag zitten en dat weigeren altijd mag (er is toestemming nodig). Deze trajecten zijn, zo krijg ik te horen, in 70-80% effectief.
Maar wat gebeurt er nu in de praktijk, bijvoorbeeld als een ouder een preventieve jeugdbeschermingsmaatregel niet accepteert? De vraag is dan niet: is er toestemming gegeven, maar: is er een alternatief bij afwijzing? Of is het in dit traject mogelijk dat bij weigering een actie volgt, zoals de jeugdbeschermingstafel het verzoek doen te onderzoeken of dwang noodzakelijk is? Dan is er praktisch gezien sprake van drang. Ook begrijp ik van mensen uit de Apeldoornse praktijk dat de drangtrajecten wel degelijk vast liggen in een termijn, waar voor de ouder een dreiging vanuit gaat. De 2Doc Goede Moeders liet deze zomer zien wat dit met mensen doet. Door een jarenlange praktijk van drangzorg, tijdgebrek, te zware werkdruk, en te lagen tarieven in de jeugdbescherming is er, triest genoeg, een cultuur ontstaan die de rechtsbescherming van ouders te vaak aantast.
De gemeente Apeldoorn wil het gesprek aangaan met de jeugdzorginstellingen over dit onderwerp. Wat ons betreft worden daar harde noten gekraakt over een betere rechtsbescherming van ouders die grote moeite hebben bij het opvoeden van hun kinderen. Vragen die gesteld moeten worden zijn: worden hun rechten (bijvoorbeeld hun recht op een gezinsleven, artikel 8 Europees Verdrag Rechten van de Mens) geborgd in de nieuw op te zetten vrijwillige intensieve trajecten? Zijn de aangeboden zorgtrajecten helpend? Wordt met een clientenonderzoek naar de tevredenheid van ouders gevraagd? Het onderzoeksrapport van de RSJ en RVS geeft duidelijk aan waar intensieve vrijwillige hulp aan moet voldoen. Neem deze als uitgangspunt voor een gesprek als gemeente, dan wordt de borging van de rechtsbescherming concreet.
Sociale wijkteams helpen in Apeldoorn gezinnen met complexe problemen, zonder tijdspad. Zo lang mogelijk proberen zij samen met het gezin het paadje te lopen. Deze bestaande praktijk lijkt me een prachtige start voor vrijwillige, intensieve hulp aan gezinnen zoals Jet Bussemaker aanbeveelt ter vervanging van drangzorg.
Voor dit artikel sprak ik met accountmanager jeugd, een advocaat, een deskundige van de RSJ, een gezinsbegeleider en een manager jeugdzorg. Ik dank hen voor de kennis en inzichten die ze met mij deelden over dit onderwerp.