Algemene beschouwingen op de meerjarenbegroting 2021-2024
Aan het einde van de 14e eeuw waart een dodelijk ziekte door Europa. Mensen leven in angst. Complete dorpen en steden sterven in korte tijd uit. Rond die tijd is Apeldoorn niet veel meer dan een klein dorpje, gebouwd rondom een kerkje. Een kerkje waar men misschien wel eens het verhaal van Jozef vertelde. Niet van Jozef en Maria, maar die andere Jozef, die onderkoning uit Egypte. Die tijdens de jaren van voorspoed graanschuren liet bouwen. Om een voorraad aan te leggen, een reserve, voor de magere jaren.
Iets buiten Apeldoorn ligt de Wormingermark. En de geërfden van de Wormingermark hebben dat verhaal van Jozef goed begrepen: in tijden van nood is het misschien verstandig even te wachten met investeringen. Máár zeggen ze: als we dit overleven, gaan we weer bouwen. Dan gaan we investeren. En dat deden ze.
Vandaag lijkt het alsof de geschiedenis zich herhaalt. Want we zitten weer net als toen middenin een wereldwijde pandemie.
Net als toen zijn het onzekere tijden. En net als toen leven veel mensen in angst:
- Ouderen, die niet weten wanneer ze hun kinderen en kleinkinderen weer mogen zien.
- Jongeren, die niet weten of ze hun studie wel kunnen afronden, omdat de stageplekken dicht zijn. Of zich afvragen of er na hun studie überhaupt nog wel werk voor ze is.
- Ondernemers, die zich niet weten of er aan het eind van de maand nog brood op de plank is.
- En gezinnen en relaties, die onder druk staan, omdat ze zich zorgen maken over hun baan en of ze straks de huur nog kunnen betalen. En kinderen die daar dan weer de dupe van zijn.
Voorzitter, laten wij dan net als de Apeldoorners toen zeggen: even geen gekke dingen doen. Even geen grote uitgaven. Want voor nu hebben we belangrijkere dingen aan ons hoofd. En als we hier uitkomen, dan gaan we weer bouwen.
We zijn dan ook blij dat er een ‘beleidsarme’ begroting voor ons ligt. Wij denken dat dat verstandig is. Er is immers nog zoveel onzeker.
Sociaal Domein
Even geen forse ingrepen in het sociaal domein, eerst maar afwachten wat de vorige maatregelen uit 2019 opleveren. En afwachten of er nu dan eindelijk - nadat de noodkreten vanuit gemeenten in het hele land langzaam maar zeker een kookpunt bereiken - er misschien de komende jaren, met een nieuw kabinet, méér geld naar gemeenten komt. Want dat is hard nodig. Maar of het ook gebeurt, dat blíjft onzeker.
Ook dát zien we terug in de begroting die voor ons ligt: als er niets verandert, zullen in de jaren 2023-2024 wéér forse bezuinigingen nodig zijn. En daar zijn de effecten van corona nog niet eens in meegerekend.
Hetzelfde geldt voor het effect van de maatregelen die wij zelf nu toe getroffen hebben. Hoe die op de lange termijn uitpakken, daar hebben we nog onvoldoende beeld bij. Voor sommigen geldt zelfs dat we inmiddels ook ongewenste effecten zien. Effecten waar wij al eerder voor gewaarschuwd hebben en waar wij ook nu weer aandacht voor vragen.
Zo zien we dat waardevolle maatschappelijke initiatieven als de Buurtcoöperatie Zuid en Mobuur onder druk staan.
En of dat nou door corona komt, of door de maatregelen die wij zelf nemen, of door een overkill aan bureaucratisch geneuzel: het zou zonde zijn als dit soort prachtige inwonersinitiatieven komen te verdwijnen. Want straks hebben we ze misschien keihard nodig.
Wij roepen dan ook net als de minister van BZK ons college met klem op oog te hebben voor de maatschappelijke initiatieven binnen onze gemeente, zeker als zij mede door de coronacrisis in hun voortbestaan worden bedreigd. Graag een reactie van het college op deze oproep.
Marktplein
Temidden van de pandemie die nu vandaag de dag door Apeldoorn raast willen we - net als de geërfden van de Wormingermarkt toen - kritisch zijn op onze uitgaven. Dat geldt wat ons betreft in het bijzonder voor de plannen voor het marktplein.
Dat het plein aan onderhoud toe is, daar bestaat geen twijfel over. Maar of nu het moment is om een overdekte markthal te bouwen? Tenzij het college ons kan overtuigen dat dit niet alleen een mooi plaatje is, maar ook daadwerkelijk iets oplevert, zullen wij er géén voorstander van zijn om hiervoor de portemonnee te trekken. Wij vragen dan ook om met een nadere onderbouwing te komen van de maatschappelijke waarde van dit project. Maak helder wat we er aan hebben, wat levert het op, kortom: is het de investering waard?
Datzelfde geldt voor andere projecten die misschien beter even kunnen worden uitgesteld. Wij horen dezelfde kritische geluiden van onze inwoners over het marktplein als bijvoorbeeld over een kunstproject aan de matenpoort. Was dit nou nodig? Was dit nú nodig? Was het nodig om het budget voor de kanaaloever hiervoor aan te spreken en zo nog meer geld voor kunst beschikbaar te stellen dan er eigenlijk voor was begroot? In deze tijd van schaarste en onzekerheid? Wij vragen het college dergelijke projecten de komende tijd nog eens kritisch tegen het licht te houden en niet-noodzakelijke plannen tijdelijk ‘on hold’ te zetten. Zodat we de middelen die overblijven kunnen reserveren voor als we het harder nodig hebben. Voor de magere jaren. Bijvoorbeeld voor de verwachte toename van mensen die in de nasleep van deze coronacrisis te maken krijgen met schulden en werkloosheid (daarover straks meer).
Zwembad
Ter vergelijking: de plannen voor een nieuw zwembad in Apeldoorn Noord vinden we al veel beter te verdedigen dan een markthal. Aan een zwembad hebben onze inwoners nog wat. Veel meer aan dan aan een dak op de markt, of een kunstwerk langs de kant van de weg. Maar dan wel voor de inwoners, niet zodat er eens in de zoveel jaar misschien een topsportwedstrijd kan worden gehouden. Een mening die het college overigens ook is toegedaan.
Of zoals we in de krant konden lezen:
“Apeldoorn kampt met grote financiële tekorten en een 50 meter-bad zorgt voor veel hogere jaarlasten dan een 25 meter-bad. Daar staan geen duidelijk hogere inkomsten tegenover.”
Wat ons betreft een prima redenering. Maar waarom zou dit voor het marktplein anders zijn?
Zorg voor ouderen en jongeren
In de discussie over Apeldoorn 2040 hebben wij nadrukkelijk aangegeven dat niet onrealistische ambities de boventoon moeten voeren, maar zorg dragen voor onze inwoners, nu en in de toekomst.
Wij zijn geschrokken van de berichten over de effecten van de coronacrisis onder ouderen. De eenzaamheid waarin velen van hen verkeren is tenhemelschreiend. Maar ook jongvolwassenen worden hard geraakt. Wij vragen het college meer te doen voor de vele jongvolwassenen die te maken hebben met (mentale) gezondheidsklachten en zorgen hebben over werk en inkomen. Laten we hen weer toekomstperspectief geven.
Zorg voor gezinnen: relatiedesk
Ook zien wij spanningen bij gezinnen toenemen. In deze moeilijk tijd staan ook relaties onder druk, en kwetsbare kinderen zijn daarvan de dupe. Vorig jaar nog gaf het college aan dat de relatiedesk van Stimenz in een behoefte voorziet. Ons bereiken echter berichten dat die behoefte inmiddels groter is dan het aanbod. Als het aan ons ligt wordt deze kostbare dienst in ieder geval tijdelijk uitgebreid, zodat gezinnen voldoende ondersteuning krijgen in deze zware tijd.
Zorg voor de minima
Tot slot vragen wij u aandacht te hebben voor de allerarmsten in onze stad. Ik noemde het net al even: zowel het CBS als het CPB waarschuwden eerder dit jaar al voor een forse toename van aantal werklozen en mensen die een beroep moeten gaan doen op de bijstand ten gevolge van deze pandemie. Ook de voedselbanken houden rekening met een forse groei. Wij vragen het college met klem hier voorbereidingen voor te treffen. Dat de aanmeldingen voor schuldhulpverlening vooralsnog achterblijven zien wij eerder als zorgwekkend dan als een geruststelling, en wij vragen ons oprecht af of de middelen die hiervoor nu gereserveerd staan wel voldoende zullen zijn als straks inderdaad een golf komt van inwoners die een beroep doen op gemeentelijke ondersteuning. Wij komen dan ook met een voorstel om hier extra middelen voor te reserveren.
Slot
Kortom: laten we net als de geërfden van de Wormingermark vandaag voorzichtig zijn met onze uitgaven. Omdat we het morgen misschien harder nodig hebben. Voor al die inwoners die nu in onzekerheid zitten. Ouderen, jongeren, ondernemers, zorgmedewerkers, mensen in de bijstand en gezinnen.
Zodat we nu de boodschap uit kunnen dragen:
Als u het straks niet meer redt, dan vangen we u op. Als uw brood op is, is er graan in onze graanschuur.
En zodat we straks, als dit achter de rug is, met elkaar kunnen bouwen aan de toekomst van onze stad.
We bidden college en raad veel wijsheid toe in deze moeilijke tijden.