Ongelijkheid voor Apeldoornse peuters blijft bestaan
De scholen zijn weer begonnen! Ook veel peuters gaan weer naar hun gezellige en leerzame speelomgeving: de peuteropvang. De opvang van deze kleintjes moet aan meer eisen voldoen dan vroeger. Dat is duurder. Daarom hebben ouders voor deze opvang recht gekregen op kinderopvangtoeslag. Het recht op die tegemoetkoming is echter alleen voor peuters van ouders die allebei werken.
Ook veel gezinnen met één kostwinner vinden het belangrijk dat hun kind naar de peuterspeelzaal gaat. Vooral in steeds kleiner wordende gezinnen is die sociale voorbereiding op de basisschool meer en meer onmisbaar. De Tweede Kamer heeft dit erkend en stuurt jaarlijks een flinke som geld naar gemeenten voor deze ouders. In vrijwel alle (96%) Nederlandse gemeenten wordt dit geld voor deze ouders beschikbaar gesteld.
Maar niet in Apeldoorn. Er is hierdoor vanaf 2016 een scheefgroei en een driedeling ontstaan. Er zijn ouders die beiden werken en een beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslag. Er is een aantal peuters met een achterstand die een VVE-indicatie hebben gekregen vanuit het consultatiebureau. Voor deze voorschoolse voorzieningen voor deze peuters ontvangt de gemeente een aparte bijdrage van het Rijk. Apeldoorn koos ervoor om het geld dat bestemd is voor de derde groep, de eenverdieners, op te plussen bij de VVE groep. We gebruiken daarvoor dus gemakshalve het geld dat is bedoeld voor een andere doelgroep ouders. Ouders vertellen ons al twee jaar nul op rekest te krijgen in het stadhuis.
Vanuit de Apeldoornse samenleving horen we ook dat het volledig apart zetten van peuters met een taalachterstand hier en daar segregerend werkt in onze stad (dat wil zeggen: kinderen met een achterstand worden door het ontbreken van taalvaardige kinderen onvoldoende ‘meegenomen’).
Wat ons betreft staat het belang van het kind voorop. Het jonge kind moet zich kunnen ontplooien in een vertrouwde en veilige omgeving. Het is niet goed dat dit afhankelijk is van de keuzes van een lokale gemeente of het al dan niet werken van ouders. Ouders zouden daarin zelf moeten kunnen kiezen in welke situatie hun peuter zich optimaal kan ontwikkelen, zonder hierin belemmerd te worden door ingewikkelde wet- en regelgeving.
Vlak voor de zomervakantie hebben wij samen met de SGP, de Partij voor de Dieren en Gemeentebelangen het college opgeroepen een einde te maken aan deze, landelijk gezien unieke, ongelijkheid. Een meerderheid van de raad plus de wethouder waren echter helemaal niet van plan deze ongemakkelijke situatie te veranderen.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten controleert de afspraak die gemeenten met het Rijk hebben gemaakt om het geld dat beschikbaar is voor de gedupeerde doelgroep, ook echt aan hen te besteden. In 2019 is Apeldoorn aan de beurt. De wethouder beloofde de ChristenUnie deze rapportage aan de raad beschikbaar te stellen. We hopen op een helder VNG geluid. De ChristenUnie kijkt ook met interesse naar de pilot peuteropvang De Markies, die alle peuters bij elkaar opvangt, met en zonder taalachterstand: www.doormijn.nl.
Hanna Riezebos, Raadslid