Let op farao's in Apeldoorn
Farao’s kun je zomaar in Apeldoorn tegenkomen. Laatst verwees iemand in een overleg onverwacht naar het bijbelverhaal van Jozef: ‘We moeten nu wel opschrijven wat we hebben afgesproken, want ooit komen er farao’s die Jozef niet gekend hebben.’
Het bijbelverhaal zal bekend zijn: Jozef wordt uit de gevangenis gehaald om onderkoning van Egypte te worden. Hij redt het land Egypte van hongersnood en wordt een soort vader-des-vaderlands. God heeft in een droom duidelijk gemaakt dat er in Egypte 7 jaar welvaart zal komen, daarna volgen 7 magere jaren waarin de oogsten zullen mislukken. Als onderkoning zorgt Jozef ervoor dat in de 7 vette jaren voedsel verzameld wordt voor de 7 magere jaren die gaan volgen. Uiteindelijk redt hij zijn familie daarmee: zij mogen ook naar Egypte komen en krijgen een eigen woonplek.
Honderden jaren later zijn de farao’s die dán regeren, dit hele verhaal vergeten. Ze vinden het maar lastig, die vreemde familie, dat vreemde volk Israël binnen hun grenzen. En dit gebrek aan historisch besef bij de farao’s gaat de Israëlieten opbreken.
Wat heeft dat nu allemaal met Apeldoorn te maken?
Natuurlijk, in eerste instantie denk je dan aan de wijze les dat je in de jaren dat het goed gaat niet alles op moet maken en uit moet geven. En dat het verstandig is om een buffer te hebben voor tegenvallers in de toekomst. En daar zijn en blijven we in Apeldoorn mee bezig: onze Algemene Reserve wordt gelukkig gestaag bijgevuld.
Maar er is een ander leerpunt uit dit verhaal: dat historisch besef van levensbelang kan zijn. Het lijkt er soms op dat in de raad het geheugen niet verder teruggaat dan 4 jaar. Één raadsperiode. Dat is een korte termijn geheugen. Het is nu 2019, en dus 7 jaar (!) geleden dat dit rapport verscheen: ‘De grond wordt duur betaald’ https://www.apeldoorn.nl/fl-eindrapport-grondbedrijf
En ‘het gronddebacle’ had de nodige gevolgen:
- De afgelopen jaren stond alles in het teken om financieel weer orde op zaken te stellen.
- In 2012 was er een Kerntakendiscussie waarbij nadrukkelijk gekozen is om niet meer de gemeente alles te laten oplossen. En om kritisch te kijken wat je wel en niet als gemeente te doen hebt.
- We hebben geleerd om ons niet meer rijk te rekenen, en om als grondbedrijf de huid niet meer te verkopen voordat de beer geschoten is.
- Er was binnen het stadhuis veel aandacht voor tegenspraak. Voor een college kan dat hinderlijk zijn. Maar voor de gemeente als geheel is het noodzakelijk dat ambtenaren elkaar kritisch de spiegel voorhouden. Ook de rol van de onafhankelijke concerncontroller werpt bijvoorbeeld vruchten af.
Zoals gezegd, het is ondertussen 2019. En nu, 7 jaar later, lijkt het wel alsof sommige farao’s Jozef langzamerhand vergeten. Apeldoorn is financieel weer een stuk gezonder. Er is wel geld voor leuke dingen en nieuw beleid. De halve raad heeft de Kerntakendiscussie, en de noodzaak ervan en de pijn die dat deed, niet meer meegemaakt.
En voor we er erg in hebben gaat er weer geld naar prestige projecten. Zijn we sportpaleis Omnisport als geldverslindend project dan al weer vergeten? Het college heeft al een ‘tweede iconisch gebouw in de binnenstad’ (het andere is de nieuwe woontoren bij het Centraal Beheercomplex’) aangekondigd. Als we niet uitkijken gaat dát de skyline bepalen in plaats van onze bomen.
Nu er weer meer geld is moeten we niet in de valkuil vallen dat we als gemeente met publiek geld toch weer bankje of onderneminkje gaan spelen. Ik zie dat bijvoorbeeld bij het gesuggereerde tekort aan nieuwe bedrijventerreinen. Ik hoor het al weer: bouwen-bouwen-bouwen. Gaat we nieuwe bedrijfsterreinen ontwikkelen, met alle risico’s die je als gemeente dan weer gaat lopen? Rollen we de rode loper royaal uit naar ondernemers terwijl we zelf het risico gaan lopen? Of stellen we ons duurzaam op en gaan we eerst eens huidige terreinen revitaliseren en ondernemers erop wijzen dat we eerst alle leegstaande bedrijfsruimten en bedrijventerreinen optimaal in bedrijf willen zien, voordat we buiten de stad nieuwe terreinen gaan aanleggen? Natuurlijk zijn nieuwe bedrijven welkom, maar tegen welke prijs?
Met onze woonwijken gaan we aan de slag, dan mogen we van ondernemers met wie het steeds beter gaat, toch ook een extra inspanning verwachten? Laten we blijven opletten: wat is onze kerntaak en wat niet? En wie neemt het risico en wie gaat er met de winst vandoor?
Zo was mijn fractie vlak voor de kerst tegen een on-Apeldoornse reclamezuil bij de A1. Met een omvang en impact van Times-Square-achtige proporties. Ook die moet iconisch gaan worden. Wat mij betreft houden we het bij: Doe maar #Gewoon in Apeldoorn.
Erik Jan Aalbers, Raadslid