Waarom ik af en toe jaloers ben op de Partij voor de Dieren. (En ook snel weer bij zinnen kom.)
Het was vlak na de Tweede Kamer verkiezingen van 2017 dat fractievoorzitter voor de Partij voor de Dieren Marianne Thieme een motie in stemming bracht over het Terlouw duurzaamheidsmanifest. Het komende kabinet, op dat moment nog in de formerende fase met GroenLinks, moest volgens de PvdD het volledige manifest opnemen in het regeerakkoord. Ik was niet gecharmeerd van deze actie.
Ten eerste zag ik het eindresultaat van onze stevige onderhandelingen als jongerenvoorzitters misbruikt worden voor politiek gewin van een partij, terwijl we collectief hadden afgesproken dat niet te doen. Daarnaast dwong de PvdD met het indienen van de motie in formatietijd andere partijen tegen het manifest te stemmen, zonder dat ze dat ook echt waren. Politiek handig was het natuurlijk wel, het frame dat de PvdD als enige het jongerenmanifest belangrijk genoeg vond. Jaloersmakend, als je dat ongegeneerd kan doen. Want de kiezer? Die klapte voor Marianne.
Er is niet veel dat in politiek Den Haag gebeurt, wat vervolgens niet ook op lokaal niveau wordt uitgeprobeerd. En zie: Aankomende donderdag wil de PvdD, net als de SP overigens, moties in stemming brengen in formatietijd. De ChristenUnie zal daar niet in meegaan, hoe sympathiek die inhoud misschien ook is.
We doen dat niet voor niets. Nadat de uitslagen in Apeldoorn bekend werden, werd ook zichtbaar hoe verdeeld de Apeldoornse inwoner heeft gestemd. Vijf partijen die ook nog eens nauwelijks in zetelaantal van elkaar verschillen moeten met elkaar nu een coalitie gaan vormen. Het kan niet anders dan dat elke partij binnen zo’n coalitie punten moet laten liggen die hij graag had willen realiseren, of plannen moet ondertekenen die niet uit de eigen verkiezingskoker komen. Meedoen in een coalitie is daarom nooit geheel zonder risico, je levert altijd wel wat in. Pas wanneer het bestuursakkoord is gepresenteerd, kan je als kiezer de balans opmaken.
In het belang van een zuiver coalitieproces, en daarmee ook een betrouwbare overheid, moet je een aantal zaken gewoon niet willen. Lekken naar de pers tijdens de onderhandelingen bijvoorbeeld, om via de media je zin te krijgen. Het vertrouwen in elkaar zal een flinke deuk krijgen, en dat zal nooit in het belang van de stad uitpakken. Stemmen over politiek gevoelige zaken is ook zo’n no-go. Laten we de winnaars van de verkiezingen nu eerst eens de gelegenheid geven om met elkaar aan de slag te gaan, in het belang van Apeldoorn. De coalitie nu al uitspelen met politieke moties moeten we niet willen. Het is soms wel eens jaloersmakend om te zien hoe je als one-issue partij alles lijkt te kunnen maken, en dan ook nog applaus mag oogsten. Maar voor de lange termijn ben ik blij met de partij waar ik deel van mag uitmaken. Een zuiver politiek proces is me toch net even iets te waardevol.
Jarin van der Zande
Raadslid