De ChristenUnie staat voor goed en vrij onderwijs, dat bijdraagt aan de brede ontwikkeling van jongeren. Ieder kind en iedere jongere is door God geschapen met unieke kwaliteiten. Onderwijs draagt eraan bij dat ieder persoon tot bloei komt en zijn of haar talenten ontwikkelt. Ouders en opvoeders moeten de ruimte houden om zelf te kiezen voor onderwijs dat past bij hun overtuigingen. Onderwijs en scholen gaan niet alleen om kennisvergaring of gebouwen, maar vormen een belangrijk onderdeel van de sociale basis waarin jongeren opgroeien met alles wat daarbij hoort. Hierbij moet ook oog zijn voor toegankelijkheid voor iedereen in de samenleving.

Onderwijs moet geworteld zijn in de samenleving. De kern van goed onderwijs is dat een kind tot bloei komt, tot ontwikkeling, zodat het als volwassene bijdraagt aan de samenleving. Dat is iets dat niet alleen bij docenten moet worden belegd. Dat vraagt om inzet van de gehele gemeenschap en het is belangrijk dat scholen dat ook zo zien. Dat vraagt van de gemeente om te investeren in plaatsen waar de samenleving en het onderwijs samen komen en elkaar ontmoeten, zoals een ontmoetingsruimte in een school, een kinderboerderij of moestuin bij een school.

Een rol voor gemeenten is de wettelijke taak voor de huisvesting van scholen. Het gemeentelijke Integraal Huisvestingsplan (IHP) moet gaan over onderwijs in de volle breedte. Het vraagt om een integrale aanpak waarin kinderen en jongeren zich kunnen ontwikkelen en tot bloei komen. In Apeldoorn is de beweging naar het Brederwijs2030 in gang gezet waarin wordt gewerkt aan een divers onderwijsaanbod. Op dit moment leeft er nog veel onzekerheid bij scholieren, ouders en docenten. Deze beweging raakt ook aan de keuzevrijheid voor kinderen. De gemeenten moet binnen haar kaders en verantwoordelijkheden blijven sturen op toegankelijk en kwalitatief onderwijs.

  1. Scholen waar kinderen en leerkrachten graag zijn om te leren, te spelen, te ontwikkelen en les te geven. Daarom pleit de ChristenUnie voor een IHP waarin huisvestingsvraagstukken niet tot economische en materiële aspecten beperkt wordt, maar waar de kern is wie de gebruikers zijn en wat die nodig hebben om ontmoeting en leren tot stand te brengen.
  2. Een levendige en relevante Maatschappelijke Diensttijd (MDT). De MDT kan jongeren actiever betrekken in de gemeente, wat bijdraagt tot meer sociale cohesie en verbinding met elkaar.
  3. Het bestrijden van laaggeletterdheid. Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. Ook in het licht van schuldenproblematiek en mogelijk isolement is het van belang om laaggeletterdheid te bestrijden.
  4. Thuiszitters weer naar school of werk helpen. Niet-passend onderwijs leidt te vaak tot thuiszitters. De gemeente Apeldoorn maakt een ‘Actieplan thuiszitters’ om hen in samenwerking met de scholen, de ouders en de jongeren zelf te helpen.
  5. Programma’s met aandacht voor belangrijke lessen uit het verleden, zoals voorlichting over de Holocaust en bestrijding van antisemitisme. Ook Apeldoorn heeft hierin haar eigen geschiedenis, zoals de verschrikkelijke gebeurtenissen bij het Apeldoornse Bosch en de razzia’s van 2 oktober en 2 december 1944.
  6. Duurzame onderwijshuisvesting en gezond binnenklimaat. De gemeente moet zoveel mogelijk bij renovatie of nieuwbouw ook aspecten van duurzaamheid en een gezond binnenklimaat meepakken.