Algemene beschouwingen op de voorjaarsnota 2019: ChristenUnie roept op tot rust in de tent

ambulance-architecture-building-263402.jpg
CU-Logo-plusje-PosterVariant-RGB
Door ChristenUnie Nieuws op 20 juni 2019 om 19:00

Algemene beschouwingen op de voorjaarsnota 2019: ChristenUnie roept op tot rust in de tent

Vanavond worden de Algemene Beschouwingen gehouden op de voorjaarsnota 2019. Deze staan grotendeels in het kader van de tekorten op de jeugdzorg, en de maatregelen die de gemeente voorstelt om die tekorten op te lossen. De ChristenUnie roept de raad en het college op de rust te bewaken en de tijd in te bouwen om goede besluiten te nemen. Lees hieronder de volledige bijdrage van fractievoorzitter Ben Bloem.

Voorzitter,

sinds deze maand hebben wij een tiener in huis. Ze raakt steeds meer gefascineerd door de geschiedenis van ons land, maar ook van onze stad. Ze ging mee naar de dodenherdenking, leest het dagboek van Anne Frank, hoorde vol bewondering het verhaal van Albert van de Scheur en Gijs Numan, die ’s nachts over het sluisje kropen om Apeldoorn te bevrijden. En ze hoorde het trieste verhaal van het Apeldoornse Bosch. De gruwelijkheden van die gebeurtenis dringen steeds meer tot haar door. 

Wat een zegen is het dan te beseffen dat we niet in angst voor oorlog hoeven te leven, en geen slapeloze nachten hoeven te hebben, maar dat we in vrede leven. Al bijna 75 jaar. En wat goed en belangrijk dat we daar volgend jaar ook in Apeldoorn uitgebreid bij stil zullen staan. De geschiedenis van ons land en van onze stad is ook vandaag nog van groot belang voor onze kinderen. Soms moet je terugkijken om het heden te waarderen en de toekomst te kunnen dromen. Waarderen dat we het goed hebben. Dat er vrede is. En vooruitblikken op wat voor stad we willen zijn. Een groene, duurzame stad. Een sociale stad. Een inclusieve stad. Een stad die het been bijtrekt als dat nodig is. Een comfortabele stad voor gezinnen. Een veilige stad. Ook voor onze kwetsbare kinderen.

Maar toch. Je hoeft als ouder van een kind met een ‘rugzakje’ de krant maar open te slaan. En dan ga je je toch zorgen maken. Of een jongere zijn die het niet getroffen heeft in het leven, en al jaar in jaar uit van instelling naar instelling gaat.

Tekorten op de jeugdzorg. Een rijksoverheid die gemeenten onvoldoende te hulp schiet. Gemeenten, ook Apeldoorn, die niet ‘in control’ zijn en worstelen met miljoenentekorten. En dus maatregelen aankondigen.

Mensen in de stad zijn bezorgd. Sommigen slapen er slecht van. Wij pleiten dan ook al langer voor rust. Géén paniekvoetbal. Géén maatregelen nemen waar je later spijt van zou kunnen krijgen. Niet ingrijpen, voordat we goed begrijpen. We zijn blij dat we vóórdat we met elkaar in debat gingen over scenario’s, we éérst om tafel gingen jeugdzorgaanbieders, ouders en kinderen. Dat was een bijzonder leerzame avond. Maar de uitkomst was toch vooral dat het beeld van oorzaken en mogelijke oplossingen nog allesbehalve helder is. En vorige week nog wezen wij er op dat de cijfers over de toegang nog steeds een rommeltje zijn.

Kortom, er is nog veel te veel onduidelijk om een oordeel te vormen, laat staan dat de raad goede besluiten kan nemen, of de consequenties ervan kan overzien.

Het college pleit voor maatregelen die zelfs strenger zijn dan strikt noodzakelijk, zodat er een buffer kan worden opgebouwd. Dit komt óók omdat het college gebonden is aan twee ‘heilige huisjes’: het financieel herstel moet in 2026 een feit zijn, en het domein waar de problemen zijn ontstaan moet deze ook zelf oplossen. Wij snappen dat wel, want dat zijn kaders die de raad in het bestuursakkoord aan het college heeft meegegeven. En de raad is immers de baas in dit huis, dus het college heeft zich daaraan te houden.

Maar het is géén 2018 meer en er is sprake van een nieuwe situatie. Het is tijd voor een bestuursakkoord 2.0.

Want als het college zélf stelt, dat de opgave in scenario 1 voor Jeugd en Wmo mogelijk té groot is, dat de haalbaarheid en het effect van de voorgenomen maatregelen nog niet goed kunnen worden ingeschat, en als 3 leden van dit college een brief aan het kabinet ondertekenen waarin staat dat het rijk ons simpelweg té weinig geld geeft, waarom dan zo hardnekkig vasthouden aan deze dogma’s? Misschien hebben wij eind 2018 wel te weinig begroot voor deze taak. Misschien is dit nu eenmaal wat het uitvoeren van de wettelijke taak van de jeugdwet kost? En moeten Apeldoornse kinderen dan de dupe worden van het feit dat de gemeente uit een financiële crisis komt? Hoe erg is het nou écht, gezien deze uitzonderlijke omstandigheden, als het heilige huisje van financieel herstel niet in 2026 zou zijn bereikt, maar in 2028 bijvoorbeeld? Of in 2030?

Ik heb de verkiezingsprogramma’s van de partijen die onder het bestuursakkoord staan er even op nageslagen. Daar staan soms echt mooie beloften in over de jeugdzorg. En ook in de financiële bijdrage van het bestuursakkoord staat nog: als we te weinig geld uit Den Haag krijgen voor de jeugdzorg, dan trekken wij het been bij. Nu snap ik ook wel dat ook dat met de kennis van toen was. En dat als je een coalitie vormt je niet alles uit je verkiezingsprogramma kunt waarmaken. Maar waren die mooie woorden dan écht allemaal gebakken lucht? Gaan we nu écht zeggen - zoals D66 dat afgelopen 13 juni in de pma deed - dat het CJG ouders zich melden met een hulpvraag maar naar huis moet sturen, omdat het dan misschien vanzelf wel overgaat?

Ik zou u echt u willen uitdagen om opnieuw naar de tekentafel te gaan. Daar is in onze ogen RUIM voldoende aanleiding voor. En daar willen wij denk ik allemaal constructief in meedenken.

Want dit is geen tijd voor partijpolitiek. Of coalitie tegen oppositie. Dit zijn tijden die erom vragen dat we elkaar opzoeken. Dat we tijd nemen om de goede dingen te doen met elkaar. Zonder heilige huisjes. Dan maar wat langer doen over financieel herstel, de precario meevaller wél (of gedeeltelijk) inzetten, of tóch ook andere plannen maar tijdelijk in de ijskast zetten. In het belang van de kinderen.

Voorzitter, mijn tienerdochter is in haar leven tot nu toe slechts één keer verhuisd. Bij de rondetafelgesprekken over de jeugdzorg sprak ik een jongere die al 17 keer verhuisd is, van instelling naar instelling, van pleeggezin naar pleeggezin, terwijl hij nog niet eens 17 is. Ik gun hem rust, geen slapelozen nachten. Hém maakt het écht niet uit of het financieel herstel in 2026, of in 2030 plaatsvindt. Dan zijn wij, hier in dit huis, misschien wel financieel gezond, en is de accountant tevreden en kan hij wél met een gerust hart gaan slapen, en de wethouder financiën misschien ook wel, maar is er géén geld meer over om die jongen die al 17 keer verhuisd is fatsoenlijk te helpen. En dan heeft de wethouder jeugd een probleem.

Oud-gedeputeerde Hans Esmeijer liet onlangs in de media nog optekenen: “Geld is belangrijk, maar het allerbelangrijkste is tijd. Ik ben 12 jaar verantwoordelijk geweest voor de jeugdzorg. Maar dat was te kort om het goed te laten werken”.

Ik hoop dat wij onszelf tijd willen gunnen. En dus niet als een kat in het nauw reageren. Ja, de opgave is fors. Maar het gáát ergens over. Het gaat om kinderen. Laten we onszelf, het college, en al die kundige professionals in de jeugdzorg, de tijd gunnen om wijze, verstandige keuzes te maken.

Labels: , ,